Wouter van Velzen en Ben van der Sluijs over participatiebanen
‘Hier bouw je echt een band op met je collega’s’
Wouter van Velzen werkt bij de Inholland Service Organisatie (ISO) in Delft als assistent facilitair medewerker. Hij is via het participatiebanentraject bij Inholland gekomen en heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Ben van der Sluijs, die al 34 jaar bij Inholland werkt, is zijn werkbegeleider. Hij ziet in participatiemedewerkers geen verschil met andere collega’s en helpt hen hun talenten optimaal te benutten.
Een kans om te groeien
Wouter begon zes jaar geleden als schoonmaakmedewerker bij Inholland Den Haag. “Ik had het daar heel erg naar mijn zin. Ben zag me daar aan het werk en vroeg of ik naar Delft wilde komen, omdat hij vond dat ik meer in mijn mars had. Dat was in januari 2019. Inmiddels heb ik een vaste aanstelling.”
Ben beschouwt participatiemedewerkers als een waardevolle toevoeging aan het team. “Ik zie geen verschil tussen reguliere en participatiemedewerkers. Natuurlijk moet je even aftasten, maar ik kijk vooral naar iemands kwaliteiten. Wouter is een echte aanpakker en ik probeer zijn talenten zo goed mogelijk in te zetten.”
Een fijne werkplek met aandacht voor ontwikkeling
Voor Wouter is Inholland een plek waar hij zich echt thuis voelt. “Er werd de tijd genomen om me in te werken. Er werd gevraagd hoe het ging, wat ik wilde doen, en wat ik nodig had. Dat gaf me veel vertrouwen. Bij andere werkgevers wordt er vaak alleen gekeken naar wat een participatiemedewerker oplevert. Na twee jaar moet je er dan weer uit. Bij Inholland is dat niet zo, hier bouw je echt een band op met je collega’s.”
Werken in de praktijk
Wouter heeft leerproblemen en leert het beste in de praktijk. “Soms leer ik makkelijk, soms moeilijk. Ik steek graag de handen uit de mouwen, maar heb wel structuur en duidelijkheid nodig. Die krijg ik hier, maar ik krijg ook de vrijheid om dingen op mijn eigen manier te doen. Dat ik die kansen krijg, vind ik heel fijn.”
Een werkdag van Wouter
Elke ochtend begint Wouter zijn werkdag met een facilitaire ronde. “Ik check of de verlichting werkt, of de lokalen netjes zijn, of het warm genoeg is. Alles zodat er goed onderwijs gegeven kan worden. Dat ik daar een rol in kan spelen, vind ik heel leuk. Mensen zien nu ook echt wat ik doe en dat ik bijdraag aan het onderwijs.”
Tijdens de lunch zit het team samen en bespreken ze van alles. “Collega’s komen ook dan vaak nog met vragen, en dat vind ik nooit een probleem. Daarnaast werk ik ook één avond in de week. Inmiddels werk ik 35 uur per week, bijna fulltime.”
Trots op zijn werk
Wouter is trots op wat hij heeft bereikt. “Ik ben echt onderdeel van het team. Bij andere werkgevers zagen ze iemand in een participatiebaan vooral als iemand met problemen. Hier niet.” Ben beaamt dit: “Bij ons teamoverleg praat iedereen mee, ook Wouter. Zijn ideeën worden gehoord en meegenomen. Ik zie dat hij doorgroeit en dat is mooi.”
Wouter ervaart dat hij zich steeds kan ontwikkelen. “Als iets niet goed gaat, dan is dat niet erg. Dan praat ik daarover met Ben. Niet alleen over het probleem, maar vooral over wat ik nodig heb om het op te lossen.”